18 maart 2018, Hollum – Ameland. 60 km.
We komen heerlijk 2 dagen voor de wedstrijd al aan op Ameland. Het is koud en het waait hard, maar zoals gezegd we hebben nog 2 dagen te gaan voor de wedstrijd. Zaterdag 18 maart gaan we kijken naar de 18 en 34 km. Het waait nog harder dan gisteren en als gevoelstemperatuur wordt -15 graden opgegeven. De lopers zijn dik ingepakt en wij wagen ons ook op het strand. Alsof je in een zandstraal machine zit! Met samengeknepen ogen, leunend tegen de wind in. Handschoenen, muts en sjaal. En nog is het koud. Verderop juichen we de lopers toe die net weer van het strand komen en door de duinen richting de vuurtoren en de finish gaan. Hopelijk waait het morgen toch iets minder.
’s nacht hoor ik de wind huilen rondom het hotel. De wind lijkt niet te gaan liggen. Om 8 uur is de start. Nog even omdraaien nu het nog kan. Ik denk nog even aan het routekaartje. Het lijkt dat we meer km’s tegen de wind in moeten dan dat we de wind mee hebben. Als we eerst maar de 35 km punt hebben bereikt. Dan zitten we in de buurt van het strand waar we vol de wind in de rug hebben. Ik kijk op de wekker. Nog 1 uur voordat ik moet opstaan.
Door middel van een tracer op mij rugzak was ik te volgen. Ben hier net de 25 km gepasseerd.
Bij de start staat een klein groepje lopers en toeschouwers. Zoals al gedacht is de wind niet gaan liggen. We zien de meest mooie kleding creaties om maar warm te blijven. Dat wordt een gevecht tegen de wind en het zand. Toch heb ik er zin in. Eindelijk weer eens een lange afstand. Kijken hoe het gaat!. Na de start en een stukje asfalt gaan we het bos in en gaan rond de vuurtoren. Daarna is het open terrein en gaat de wedstrijd pas echt beginnen. Niet kijken naar anderen maar gewoon je eigen race lopen. Voor de race hadden we berekend dat we met de limiet van 8 uur een gemiddelde mogen lopen van 7.5 km per uur. Ach waar maak je je zorgen om. Tijd genoeg … Toch?!. Maar gedurende de eerste helft van de wedstrijd zakt het tempo toch erg snel. .. Niet aan denken gewoon door lopen. Bij het 20 km punt zie ik dat dit ook het 40 km punt is. Nog 20 km en dan ben ik hier terug.
Wind, wind, wind en bergen zand in je schoenen. Het is afzien maar toch ook ontzettend mooi. Die gierende wind, schuin voorover leunend en rustig doorgaan met hardlopen. In de verte zie ik een paar lopers. Wat er achter mij gebeurd weet ik niet. Ik moet gewoon vooruit. Duintje op en duintje af. Langs Nes en dan over het Oerd. Een soort Siberië. En dan eindelijk door wat duinen, langs een uitkijkpost en dan naar beneden naar het strand. WAUW ik hoef eigenlijk niets te doen. Alleen mijn benen optillen. Ik wordt als het ware door een grote hand naar voren gedrukt. Maar na een paar kilometer merk ik wel dat ik echt alle stappen zelf moet zetten. Niet zoals een fiets die zich heerlijk kan laten mee slepen door de wind.
40 km. Yes. Terug bij een bekende post. Even zitten, even een bruin bolletje pindakaas eten, wat drinken en het zand uit mijn schoenen halen. Nog 20 km te gaan. En dan komt langzaam de vuurtoren weer in zicht. Ik ben er nog niet maar het gaat nog prima. Het laatste stuk strand en dan het bos in. Nog 5 km te gaan, maar die zijn ook direct erg lastig. In het bos gaat het heuveltje op en af. Mijn benen lopen vol bij iedere beklimming. En dan eindelijk een bevrijdend gezicht. Het laatste asfaltweggetje terug naar Hollum. Terug naar de finish. Gehaald. 60 km ploeteren tegen wind, kou en zand. Wat een mooie wedstrijd. Na 8 uur 38 minuten en 38 seconden ben ik weer terug waar ik begonnen ben.